Op 8 juli 2025 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet tegenbewijsregeling box 3. Hiermee wordt het voor belastingplichtigen met box 3-inkomen mogelijk om aan te tonen dat hun werkelijk behaalde rendement, bepaald naar de regels zoals die zijn bepaald in de Wet tegenbewijsregeling, lager was dan het forfaitaire rendement. In die gevallen kan het werkelijke rendement als grondslag dienen voor de belastingheffing. Deze regeling komt voort uit eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad en biedt rechtsherstel voor wie te zwaar werd belast.
Achtergrond van de regeling
De aanleiding voor deze wet ligt in het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2024, waarin werd geoordeeld dat belastingplichtigen het recht hebben om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager was dan het rendement waarop de Belastingdienst de box 3-heffing baseert. De wet legt nu vast hoe dat tegenbewijs geleverd moet worden, en voor welke jaren dit mogelijk is.
Voor welke jaren geldt de tegenbewijsregeling?
De wet maakt het vanaf belastingjaar 2021 mogelijk om het werkelijke rendement aan te geven, indien dit lager is dan het forfait. Dit geldt in principe voor alle belastingplichtigen met box 3-inkomen.
Voor belastingjaar 2020 geldt de regeling alleen als de definitieve aanslag op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond of nog opgelegd moest worden, én als uiterlijk 31 december 2025 een OWR-formulier, bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering is ingediend. Voor de jaren 2017, 2018 en 2019 geldt dat de aanslag moest meelopen in de massaalbezwaarprocedure en dat tijdig een verzoek om ambtshalve vermindering is gedaan.
Heb je geen (of niet tijdig) bezwaar gemaakt tegen de aanslagen over de jaren 2017-2020, dan val je onder de zogenoemde massaalbezwaarplusprocedure. De uitkomst daarvan moet worden afgewacht voordat eventueel alsnog het werkelijk rendement kan worden toegepast.
Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR)
Om het werkelijke rendement te laten berekenen, moet je gebruikmaken van het formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement’ (OWR). Dit formulier is sinds 10 juli 2025 beschikbaar. De Belastingdienst stuurt belastingplichtigen die hiervoor in aanmerking komen een brief. Heb je de aangifte zelf ingediend, dan is de reactietermijn 12 weken. Hebben wij dit voor je gedaan, dan hebben we 26 weken de tijd vanaf dagtekening van de brief.
Is er nog geen aangifte ingediend over een bepaald belastingjaar, dan volgt ook nog geen brief. Wachten op de brief is niet verplicht; het is ook mogelijk om het OWR-formulier in te dienen samen met of direct na het indienen van de aangifte.
Na het indienen van het OWR-formulier is er nog zes weken de tijd om eventuele aanvullende informatie of correcties aan te leveren.
Bezwaar maken blijft mogelijk
Indien je het niet eens bent met de door de Belastingdienst vastgestelde berekening, of je wilt bijvoorbeeld kosten opvoeren, een andere verdeling tussen partners hanteren of een individuele buitensporige last aanvoeren, dan blijft bezwaar maken noodzakelijk. Dit moet binnen zes weken na dagtekening van de aanslag gebeuren. Zie ook onze eerdere blog.
Wat betekent dit voor jou?
Voor spaarders en beleggers kan de nieuwe regeling leiden tot een lagere belastingdruk, mits het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire percentage. Het is daarom van belang om goed in beeld te brengen welk rendement je in de betreffende jaren werkelijk hebt behaald, en tijdig het OWR-formulier in te dienen indien je hiervoor in aanmerking komt.
Wil je weten of je in aanmerking komt voor deze regeling, of wil je hulp bij het invullen van het OWR-formulier? Neem dan contact met ons op. Wij begeleiden je graag bij het proces en zorgen dat je geen fiscale voordelen laat liggen.
