De Hoge Raad stelt vast: box 3 is in strijd met Europees Recht

31 januari 2022
Het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 maakt gehakt van de forfaitaire box 3 heffing die vanaf 2017 is ingevoerd. De Belastingdienst stopt voorlopig zo veel mogelijk met het opleggen van aanslagen met inkomsten uit sparen en beleggen totdat er meer duidelijkheid is.
Bij het sinds 2017 geldende forfaitaire systeem voor box 3 wordt gekeken naar de rendementen van afgelopen jaren. De Hoge Raad oordeelt dat dit systeem risicovol beleggen in de hand werkt. Iemand die veel rendement behaalt, wordt net zo zwaar belast als iemand die geen rendement heeft behaald, zolang het saldo op 1 januari gelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat het stelsel in strijd is met Europees Recht mede door het discriminatoire karakter van het stelsel. Het systeem schendt de door art. 1 EP, in samenhang met art. 14 EVRM, gewaarborgde rechten. De Hoge Raad biedt voor de belanghebbende (een spaarder) rechtsherstel door alleen het werkelijk rendement in de heffing te betrekken.
De Hoge Raad formuleert hierbij echter geen expliciete rechtsregel hoe het werkelijk behaalde rendement moet worden vastgesteld. Als geen sprake is van spaargelden maar van bijvoorbeeld beleggingen in aandelen of vastgoed, worden dan ook (ongerealiseerde) waardestijgingen meegenomen? En mag dan rekening gehouden worden met kosten? En zo ja, met welke?
In de kamerbrief van 24 januari vraagt de staatssecretaris om uitstel voor de beantwoording van Kamervragen inzake het box 3 arrest. We kunnen in februari meer duidelijkheid verwachten.
In een bericht van de Belastingdienst op 25 januari wordt op het arrest gereageerd. De Belastingdienst geeft aan dat de uitspraak gevolgen heeft voor alle aanslagen die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden. Dit geldt volgens de Belastingdienst voor aanslagen die vanaf 24 december 2021 zijn opgelegd, of nog moeten worden opgelegd en alle aanslagen waarvoor een bezwaarprocedure loopt. De Belastingdienst meldt ook dat de gevolgen voor mensen die geen bezwaar hebben gemaakt nog niet duidelijk zijn, het kabinet zal moeten besluiten hoe dit hersteld wordt en wie daarvoor in aanmerking komt.
Ook zal de Belastingdienst voor nu zoveel mogelijk stoppen met het opleggen van aanslagen met inkomsten uit sparen en beleggen totdat er meer duidelijkheid is. Hierop bestaan twee uitzonderingen:
1) Bij een verjaringsrisico (daarvan is sprake als de verjaringstermijn dreigt te verstrijken, zoals onder andere bij de aanslagen 2017 en 2018);
2) Indien de burger belang heeft bij de doorgang van het proces zoals bij voorlopige aanslagen, verliesverrekening en middelingsverzoeken.
Verder meldt de Belastingdienst: indien er een voorlopige aanslag 2022 binnenkomt waarbij geen rekening is gehouden met het box-3 arrest, wordt deze later bij de definitieve aanslag hersteld.
Gezien het voorgaande lijkt het ons verstandig bezwaar aan te tekenen en om uitstel van betaling van de heffing te verzoeken, indien u voorlopige aanslagen heeft ontvangen waarin box 3-heffing is opgenomen. Wij kunnen dit voor u verzorgen; neem daarom zeker contact met ons op indien u een voorlopige aanslag 2022 als hierboven bedoeld, ontvangt!