België keurt een wetsvoorstel goed om een einde te maken aan de ongelijke behandeling van buitenlands onroerend goed. België werd reeds eerder op de vingers getikt ( in 2014 en 2018). Zes jaar later heeft België nog altijd geen wettelijke wijziging doorgevoerd. Reden genoeg, aldus het Hof van Justitie, om België te veroordelen voor een som van 2 000 000 euro en een dwangsom van 7500 euro per dag.
Verhuurd onroerend goed wordt in België belast op basis van het kadastraal inkomen (dit is een fictief huurinkomen en ligt doorgaans lager dan de werkelijke huuropbrengsten) terwijl dat voor onroerend goed dat is gelegen in het buitenland wordt gedaan op basis van de reële huurinkomsten die vaak flink hoger zijn.
Op 11 februari 2021 is er een wetsvoorstel goedgekeurd waardoor de ongelijkheid wordt opgeheven. De oplossing wordt gevonden in een systeem uit te werken waardoor het buitenlands onroerend goed ook een kadastraal inkomen (KI) kan worden toegekend. Al wordt dat wel een behoorlijke klus voor de Administratie Opmetingen en Waarderingen. Eerder werd gevreesd dat alle (ook Belgische) onroerende inkomsten op basis van de werkelijke huurinkomsten zou worden belast, maar dat blijkt nu niet het geval te zijn.
Buitenlandse woningen zijn in principe vrijgesteld van de Belgische personenbelasting maar België hanteert wel het zogenaamde progressievoorbehoud. Dat betekent dat er rekening wordt gehouden met (o.m.) de buitenlandse huurinkomsten voor de bepaling van het belastingtarief dat zal worden toegepast op de overige in België belastbare inkomsten.
Het belooft een flinke taak te worden voor de Belgische fiscus om deze onroerende goederen in kaart te brengen en een KI toe te kennen. Er wordt geschat dat alle Belgische belastingplichtigen samen over zo’n 150.000 buitenlandse woningen beschikken.
De belastingplichtige die buitenlands goed verkoopt of verwerft zou nu ook de verplichting hebben om dit binnen vier maanden te melden aan de administratie. Doet hij dit niet, dan zou de administratie sancties kunnen opleggen van EUR 250 tot EUR 3.000. De belastingplichtige die het inkomen van buitenlands onroerend al aangaf, zou door de administratie worden uitgenodigd om de gegevens ter vaststelling van het KI over te maken.