Prinsjesdageditie: Ondernemingen

20 september 2023

Investeringsfaciliteiten

Om energie-investeringen en investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen te stimuleren zijn er diverse investeringsfaciliteiten beschikbaar. De energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving voor milieu-investeringen zouden eindigen per 1 januari 2024. Deze regelingen worden nu echter verlengd tot en met 31 december 2028. Het percentage van de EIA wordt daarbij wel verlaagd van 45,5% naar 40%.

Let op! Maak waar mogelijk in 2023 nog gebruik van de EIA!

Verlaging MKB-winstvrijstelling

Het kabinet wil de MKB-winstvrijstelling verlagen van 14% naar 12,7%. De MKB-winstvrijstelling verlaagt de belastbare winst. Als de onderneming verlies lijdt, verkleint de MKB-winstvrijstelling het fiscale verlies.

Let op! Haal winsten naar voren, laat voorzieningen vrijvallen en maak optimaal gebruik van het huidige tarief van 14%.

Bv kan giften niet meer aftrekken

In 2023 kunnen bv’s binnen bepaalde grenzen giften aan goededoelenorganisaties aftrekken. Per 1 januari 2024 vindt een vereenvoudiging van het schenken via de bv aan goede doelen plaats. In dat verband komt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting te vervallen. Maar giften die via de bv plaatsvinden zal de Belastingdienst in beginsel evenmin aanmerken als belast dividend.

Let op! Een gift via een bv aan een kwalificerende goedendoelenorganisatie blijft vrijgesteld van schenkbelasting.

Bij overheidsingrijpen ruimere HIR

Via de herinvesteringsreserve (HIR) is belastingheffing over een boekwinst onder voorwaarden uit te stellen. Na 2024 vindt een verruiming van de voorwaarden plaats. Daardoor kan een IB-ondernemer na een door de overheid gedwongen gedeeltelijke staking van de ene onderneming ook een HIR vormen in een andere, al bestaande onderneming. De eis van het herinvesteringsvoornemen blijft bestaan.

Let op! De ondernemer kan de belastingclaim ook doorschuiven naar een nieuwe onderneming.

Conserverende aanslag excessief lenen

Bij emigratie kan een conserverende aanslag worden opgelegd om een belastingclaim die in Nederland is ontstaan veilig te stellen. Als een dga emigreert, een conserverende aanslag met uitstel van betaling ontvangt en na emigratie bovenmatig (excessief) van een nieuwe buitenlandse vennootschap leent, kan dit het uitstel van betaling beëindigen. Voorgesteld wordt de wet hierop aan te passen, met als doel dat invordering van de conserverende aanslag alleen plaatsvindt indien en voor zover bovenmatig (excessief) wordt geleend van een vennootschap waarop de conserverende aanslag betrekking heeft en de schuldtoename niet al eerder het uitstel van betaling heeft beëindigd.

Let op! Invordering van de conserverende aanslag kan plaatsvinden voor zover bovenmatig wordt geleend van vennootschappen ter zake waarvan aan de dga een conserverende belastingaanslag met uitstel van betaling is verleend.

Verliezen bij geruisloze terugkeer

Als wordt besloten om de onderneming van een bv voortaan vanuit een IB-onderneming uit te oefenen, dan kan dit onder voorwaarden zonder directe belastingheffing (geruisloze terugkeer). Verrekenbare verliezen van de bv kunnen dan meegenomen worden naar de IB-onderneming. Om te voorkomen dat de verrekenbare verliezen bij de IB-onderneming door tariefverschillen een groter belastingvoordeel opleveren, wordt het bedrag aan mee te nemen verliezen op forfaitaire wijze berekend. Abusievelijk was dit niet juist in de wet van 2023 opgenomen. Bij besluit van 6 juli 2023 is al bepaald dat dit, vooruitlopend op de wetswijziging, met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 wordt aangepast. Nu wordt voorgesteld dit in de wet aan te passen.

Let op! Beoordeel regelmatig of de bv vanuit fiscaal oogpunt en vanuit het oogpunt van aansprakelijkheid nog de juiste rechtsvorm voor de onderneming is.

Nieuwe voorwaarde voor fgr

Wil een fonds voor gemene rekening (fgr) voor de vennootschapsbelasting zelfstandig belastingplichtig blijven, dan moet het per 1 januari 2025 aan een nieuwe voorwaarde voldoen. Het zal dan namelijk een kwalificerend beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten moeten zijn. De deelgerechtigdheid moet blijken uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid.

Let op! Familiefondsen worden door de nieuwe voorwaarde niet langer als fgr aangemerkt.

Strengere voorwaarden voor vbi

Per 1 januari 2025 mogen alleen beleggingsinstellingen en instellingen voor collectieve beleggingen in effecten conform de Wet op het financieel toezicht vrijgestelde beleggingsinstellingen (vbi’s) zijn. De vbi’s mogen alleen rechten van deelneming aanbieden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers. Hiermee vervalt de mogelijkheid om gebruik te maken van het vbi-regime bij het beleggen van privévermogen.

Let op! Lichamen die niet voldoen aan deze nieuwe voorwaarden, verliezen hun vbi-status op 1 januari 2025, zelfs als het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar.

Overgangsrecht bij verlies fgr-status

Is een fonds voor gemene rekening (fgr) door de nieuwe definitie van het fgr niet meer zelfstandig belastingplichtig? Dan zou zonder nadere wetgeving het fonds belasting moeten betalen over de fictieve winst die hierdoor ontstaat. Om acute heffing te voorkomen, komt er overgangsrecht. Er wordt een doorschuiffaciliteit ingevoerd waarmee de belastingheffing wordt uitgesteld. Kan de doorschuiffaciliteit niet worden toegepast, dan kan mogelijk gebruik worden gemaakt van een betalingsfaciliteit. De betaling kan dan worden gespreid over een periode van tien jaar.

Let op! Het overgangsrecht bevat ook een aandelenfusiefaciliteit voor bepaalde deelgerechtigden en een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting.

ATR blijft deels intact

De invoering van de nieuwe definitie van het fonds voor gemene rekening (fgr) op 1 januari 2025 kan reden zijn voor de Belastingdienst om een vaststellingsovereenkomst (ATR) te beëindigen. Vaak ziet zo’n ATR ook op andere onderwerpen waarop de nieuwe definitie van de fgr geen invloed heeft. Voor die aspecten blijft de ATR in stand. Men hoeft daar niet schriftelijk om te verzoeken.

Kwalificatie rechtsvormen

Als rechtsvormen in Nederland anders worden behandeld dan in het buitenland kan dat leiden tot ongewenste situaties zoals dubbele belasting of dubbele aftrek. Om die situaties zoveel mogelijk te voorkomen, worden (buitenlandse) rechtsvormen in beginsel beoordeeld op basis van de rechtsvormvergelijkingsmethode. Dit wordt nu wettelijk vastgelegd. Volgens deze methode worden bepaalde civielrechtelijke kenmerken van buitenlandse rechtsvormen vergeleken met die van Nederlandse rechtsvormen om die buitenlandse rechtsvormen vervolgens voor de Nederlandse belastingheffing op dezelfde manier te behandelen. Er komen nieuwe regels voor niet-vergelijkbare buitenlandse rechtsvormen.

Vervallen belastingplicht open cv

Nu kan een commanditaire vennootschap (cv) open of besloten zijn. Als alle vennoten toestemming moeten geven voor het toetreden of vervangen van een commanditaire vennoot, is er sprake van een besloten cv en wordt het resultaat bij de vennoten belast. In alle overige gevallen is er sprake van een open cv en wordt het resultaat bij de cv met vennootschapsbelasting belast. Dit onderscheid is niet in overeenstemming met de wetgeving in andere landen en komt daarom te vervallen: vanaf 1 januari 2025 zijn open cv’s in beginsel niet meer zelfstandig belastingplichtig, maar wordt het resultaat bij de vennoten van die cv belast.

Let op! Er is overgangsrecht aangekondigd om ongewenste fiscale gevolgen van deze wijziging te voorkomen. Dit overgangsrecht geldt niet voor open cv’s die na bekendmaking van dit wetsvoorstel worden opgericht.

*copyright SDU