Voorjaarsnota 2022- fiscale maatregelen Box 1 en Loonbelasting

30 mei 2022

De voorjaarsnota is op 20 mei naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin staat, naast de bijstelling van de begroting van 2022, deze keer ook een vooruitblik op de begrotingen voor de jaren na 2022. Dit geeft de Tweede Kamer ruimer de tijd om de in de koker zittende beleidsmaatregelen te beoordelen. De volledige begroting wordt op Prinsjesdag bekendgemaakt. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste fiscale maatregelen op het gebied van de inkomstenbelasting box 1/loonbelasting.

Doelmatigheidsmarge loon directeur-grootaandeelhouder (DGA) per 2023 gewijzigd

De huidige doelmatigheidsmarge houdt in dat dat het loon van de DGA 25% lager mag worden genomen dan het gebruikelijke loon voor een persoon die op hetzelfde niveau en voor dezelfde duur arbeid verricht. Deze marge wordt per 2023 verlaagd naar 15%, waardoor DGA’s meer box 1-belasting zullen gaan betalen.

Wijziging 30%-regeling vanaf 2024

De 30%-regeling zorgt ervoor dat werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen (ingekomen werknemer) of die worden uitgezonden vanuit Nederland (uitgezonden werknemer) onder bepaalde voorwaarden maximaal 30% van hun loon onbelast kunnen ontvangen. Vanaf 2024 geldt deze regeling nog voor salarissen tot maximaal de ‘Balkenende-norm’ (€ 216.000 in 2022). Wel komt er een overgangsregeling van 3 jaar.

Fiscaal gefaciliteerde opbouw fiscale oudedagsreserve (FOR) niet meer mogelijk vanaf 2023

Met behulp van de FOR kan een ondernemer in de inkomstenbelasting, indien voldaan aan de voorwaarden, een deel van de winst jaarlijks fiscaal gefaciliteerd reserveren ten behoeve van de oudedagsvoorziening. Vanaf 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk de FOR fiscaal gefaciliteerd op te bouwen. De voor die datum reeds opgebouwde FOR kan wel nog op grond van de huidige regels worden afgewikkeld.

Wijziging afkoop lijfrente bij arbeidsongeschiktheid

Bij langdurige arbeidsongeschiktheid kan een opgebouwde lijfrente (gedeeltelijk) worden afgekocht tot een bepaalde afkoopgrens; komt men met de afkoop daarboven, dan is over het gehele bedrag 20% revisierente verschuldigd. In een beleidsbesluit is goedgekeurd dat alleen over het bedrag dat boven de afkoopgrens uitkomt, deze revisierente verschuldigd is.

Versnelling verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding wordt een jaar eerder ingevoerd. Vanaf 1 januari 2023 bedraagt de onbelaste reiskostenvergoeding naar alle waarschijnlijkheid € 0,21 per kilometer, vanaf 1 januari 2024 gaat deze vermoedelijk € 0,23 per kilometer bedragen. Over de bedragen wordt niet expliciet gesproken in de voorjaarsnota.
Vragen naar aanleiding van deze blog? Neem contact met ons op!