Kunnen huwelijkse voorwaarden worden aangegaan in zicht overlijden partner om erfbelasting te voorkomen?

22 februari 2024

Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan betreffende de vraag of het aangaan van huwelijkse voorwaarden binnen korte tijd voor overlijden leidt tot een belastbare verkrijging voor de successiewet.

Op 2 september 2015 is belanghebbende in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd met erflater. Zij hadden toen al 33 jaar een affectieve relatie. Op 19 oktober 2017 gaan zij huwelijkse voorwaarden aan, waarin is overeengekomen dat erflater gerechtigd zal zijn tot 10% van zowel de schulden als de goederen van de gemeenschap en belanghebbende tot 90% daarvan. Op dat moment kampt erflater al met een ernstige ziekte en komt een paar maanden hierna te overlijden.

Belanghebbende is enig erfgename en heeft de nalatenschap zuiver aanvaard. De inspecteur legt, ondanks de huwelijkse voorwaarden, een aanslag op uitgaande van een gelijke verdeling van de gemeenschap van goederen. Daarbij doet hij een beroep op fraus legis, dat misbruik van recht verbiedt. Voor de rechter staat de vraag centraal of de wijziging van de gerechtigheid in de huwelijksgemeenschap moet worden beschouwd als een schenking. De rechtbank Noord-Holland vernietigt de aanslag, maar het Hof Amsterdam oordeelt dat het beroep van de inspecteur op fraus legis gerechtvaardigd is vanwege het feit dat er bij het aangaan van de huwelijkse voorwaarden geen gelijke levens- en sterftekansen waren. Vanwege dit oordeel gaat belanghebbende in cassatie bij de Hoge Raad.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de inspecteur onterecht een aanslag erfbelasting heeft opgelegd. Het criterium dat het hof hanteerde is derhalve onjuist, aldus de Hoge Raad. Er bestaat in dit geval geen grond voor de toepassing van fraus legis, omdat erflater op het moment van aangaan van de huwelijkse voorwaarden weliswaar al jarenlang ernstig ziek was, maar dat belanghebbende onweersproken heeft aangevoerd dat erflater op dat moment niet terminaal ziek was, dat onbekend was hoelang de ziekte nog zou duren en dat het ook mogelijk was dat zij voor erflater zou overlijden. Desondanks kan het aangaan van huwelijkse voorwaarden in uitzonderlijke gevallen wel worden beschouwd als fraus legis.

De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt door de Hoge Raad bevestigd. De Hoge Raad legt vervolgens uit wanneer het aangaan van huwelijkse voorwaarden als een verkrijging krachtens erfrecht wordt beschouwd. Het vermijden van erfbelasting moet dan het doorslaggevende motief zijn voor het aangaan van de huwelijkse voorwaarden. Daarnaast moet het in strijd zijn met de bedoeling van de wet als de vermogensverschuiving als gevolg van het aangaan van huwelijkse voorwaarden en het daaropvolgende overlijden van een van de echtgenoten niet wordt beschouwd als een verkrijging krachtens erfrecht.

Deze blog is geschreven door Jennifer Penders, stagiaire bij Consilio Tax & Law. Heb je vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op via ln.thcirtsaam-oilisnoc@xkirdneh.euqinad