In Nederland is het verboden om het nettobedrag van het minimumloon aan personeel in contanten uit te betalen (let wel, het bedrag dat boven het nettobedrag van het minimumloon komt, mag in beginsel wel cash worden voldaan).
Dit heeft alles te maken met transparantie, belastingcontrole en de bescherming van werknemers. Volgens de Wet op de Loonbelasting moeten werkgevers het loon via een bankoverschrijving betalen. Dit betekent dat zowel de werknemer als de werkgever een bankrekening nodig heeft voor het uitvoeren van de betaling. Indien een werkgever het minimumloon niet giraal voldoet, kan deze een bestuurlijke boete opgelegd krijgen.
Onkostenvergoedingen en fooien kunnen in sommige gevallen in contanten worden uitbetaald, maar moeten goed gedocumenteerd worden. Dit is een uitzondering op de regel, aangezien het reguliere loon altijd via de bank moet worden betaald.
Waarom is dit zo belangrijk ? Ten eerste zorgt betaling via de bank voor een duidelijke administratieve registratie. Hierdoor kan de belastingdienst eenvoudig controleren of de juiste belastingen en sociale premies worden betaald. Contante betalingen maken dit proces veel moeilijker en kunnen leiden tot belastingontduiking.
Daarnaast biedt het gebruik van een bankrekening bescherming voor werknemers. Ze hebben dan altijd bewijs van hun inkomsten, wat belangrijk is voor bijvoorbeeld leningen of het aanvragen van andere financiële diensten.
Kortom, door salaris via de bank uit te betalen wordt er gezorgd voor eerlijkheid, transparantie en naleving van belastingregels. Het voorkomt fraude en zorgt ervoor dat zowel werkgevers als werknemers hun rechten en plichten kunnen naleven.
Als je als werkgever dus overweegt om een werknemer een deel contant te betalen, is het belangrijk om advies in te winnen bij een belastingadviseur of jurist om ervoor te zorgen dat je volledig voldoet aan de wet- en regelgeving. Heb je vragen? Neem dan contact met ons op.