In het langverwachte box 3-arrest van 6 juni 2024, waar we eerder al een blog over schreven, heeft de Hoge Raad zich op het standpunt gesteld dat ook ongerealiseerde waardeveranderingen van box 3-vermogen tot het jaarlijkse werkelijke rendement behoren. Dit standpunt heeft de Hoge Raad recent bevestigd in een aantal arresten; zie bijvoorbeeld zijn uitspraak van 2 augustus 2024, ECLILNL:HR:2024:1084. In deze arresten wordt een aantal uitspraken die hof Den Haag over de vermogensrendementsheffing heeft gedaan naar aanleiding van het Kerstarrest (zie ook onze blog van 28 december 2021) vernietigd. Hof Den Haag had in een van de uitspraken geoordeeld dat op grond van het Kerstarrest rechtsherstel moet worden geboden door voor de heffing in box 3 uit te gaan van het werkelijke rendement. Volgens het Hof zouden daarbij niet-gerealiseerde koerswinsten niet moeten worden meegenomen. Wel moet rekening worden gehouden met de door belanghebbende ontvangen bedragen aan rente en dividend en met wel gerealiseerde koerswinsten in de betreffende jaren, aldus het Hof. De Hoge Raad oordeelt echter, in lijn met het arrest van 6 juni 2024, dat het werkelijke rendement moet worden berekend inclusief niet-gerealiseerde waardeveranderingen van box 3-vermogen, in dit geval koerswinsten.
De Hoge Raad is tot op heden duidelijk en standvastig met betrekking tot het meenemen van ongerealiseerde waardemutaties bij het bepalen van het jaarlijkse werkelijke rendement voor box 3. De (vormgeving van de) nieuwe box 3 blijft echter in beweging en is op verschillende punten onzeker. Zo kan men zich afvragen naar welke WOZ-waardepeildata moet worden gekeken voor de bepaling van de waardestijging van onroerend goed in een jaar, of hoe dat werkt op het moment van vervreemding van een onroerende zaak. En hoe moet worden omgegaan met uitgaven voor verbouwingen die de WOZ-waarde doen stijgen, aangezien de Hoge Raad in zijn arrest van 6 juni heeft geoordeeld dat kosten, behalve rentekosten op (hypothecaire) leningen, niet aftrekbaar zijn bij de bepaling van het werkelijk rendement? Ook is het bijvoorbeeld nog de vraag wat het genietingstijdstip van het werkelijk rendement is. Overigens wordt in het wetsvoorstel voor de nieuwe box 3-wetgeving de waardeontwikkeling van onroerende zaken en aandelen in start-ups pas belast bij verkoop; hiervoor gaat dus, als het wetsvoorstel zoals dat er nu ligt zou worden aangenomen, vanaf 2027 een vermogenswinstbelasting gelden in plaats van een vermogensaanwasbelasting.
Zoals je ziet, is de toekomstige box 3-regelgeving, die geen inbreuk mag maken op bepalingen/rechten opgenomen in het EVRM, nog verre van helder. Wij houden je op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. Mocht je in de tussentijd vragen hebben, neem dan contact met ons op!